De zesde wedstrijd om de KPN-cup van het marathonschaatsen was een zogenaamde doorstroomwedstrijd. Dat hield in dat de eerste 20 schaatsers uit de beloftencompetitie met de ‘grote jongens’ mee mochten doen. Ze troffen het niet met de wedstrijd in Alkmaar, veel wind en slecht ijs oftewel een loodzware wedstrijd, die bovendien over 125 ronden ging (25 meer dan bij de Beloften). Voordeel voor de thuisblijvers was dat we Marc op de livestream konden volgen.
De eerste 75 ronden was het door de vele ontsnappingen een hollen en stilstaan en door de genoemde zware omstandigheden werd het een ware uitputtingslag. Marc bleef daarin fraai overeind, letterlijk en figuurlijk. Met nog vijftig ronden te gaan was er sprake van twee grote ontsnappingen, Marc zat daar helaas niet bij. Het gedecimeerde peloton mocht afsprinten met het rondebord op 11. In afwijking van zijn aanpak van de sprints bij de beloften, trok Marc deze keer de sprint fraai aan (beeldminuten), maar werd nu op het laatste rechte stuk nog door een verschillende collega’s voorbij gestoken. Plaats 28, en een van de vijf B’s die de eindstreep wisten te halen.
Het was leuk om met de mannen mee te doen, zei Marc, maar of het schaatsen op zich leuk was? Daar moest eerst een nachtje over worden geslapen. Toch ligt daar de toekomst en die kon wel eens dichterbij zijn dan gedacht.